VEKA doet beroep op Ingenium voor update studie kostenoptimaal E-peil voor niet-residentiële nieuwe gebouwen
Voor het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) rondde Ingenium onlangs de studie af over kostenoptimale niveaus bij nieuwbouw van niet-residentiële gebouwen. De conclusies zijn niet enkel nuttig voor de overheid maar laten ons ook toe nog sneller en accurater advies te geven aan onze opdrachtgevers.
Het hoofddoel van de studie bestond erin een update te maken van de in 2012, 2015 en 2017 uitgevoerde kostenoptimumstudies, gefocust op de evolutie van de Totale Actuele Kost (TAK) uit EU-verordening 244/2012, ten opzichte van het totale energieverbruik bepaald volgens de EPN-rekenmethodiek. Concreet konden we door een aantal energiebesparende maatregelenpakketten toe te passen op een aantal referentiegebouwen de bekomen kostenoptimale niveaus vergelijken met de huidige en de geplande EPB-eisen bij nieuwbouw op onderdeel- en gebouwniveau.
SCREENING EN ANALYSE
We screenden alle niet-residentiële gebouwen die tussen 2017 en juli 2022 met hun E-peil in de databank van de Vlaamse overheid zijn geregistreerd. Daaruit bleek dat het vooral ging om kantoorgebouwen met beperkte vloeroppervlakte ( /- 500 m2), ook een ruim aandeel handelsgebouwen, en daarnaast een minderheid aan diverse types gebouwen. Op basis van die analyse selecteerden we 10 nieuwe gebouwen – 4 kantoren, 4 handelgebouwen en 2 diverse types – samen met 2 gebouwen uit de vorige studie met een oppervlakte van 10 tot 20.000 m2.
Daarna analyseerden we de studie van 2017 inhoudelijk, met als uitkomst een puntenwolk die de totale actuele kost (= investerings-, herinvesterings-, energie- en onderhoudskost) over 20 of 30 jaar (voor privé- respectievelijk overheidsgebouwen) afzet tegenover het E-peil. Daaruit kwam een kostenoptimaal punt gekoppeld aan een bepaald E-peil, en ook een kantelpunt (= kostenoptimaal punt 10 procent). Voor de gebouwen met de meest gunstige score keken we welke maatregelen daar werden genomen op het vlak van bouwschil en technieken.
COMBINATIES UITTESTEN
Zo kwamen we tot 20 maatregelenpakketten: combinaties van een bepaalde bouwschil met bepaalde technieken voor verwarming, koeling, ventilatie, verlichting en dergelijke. We stoffeerden die met eenheidprijzen voor isolatie en de verschillende technieken, rekening houdend met diverse vermogens en grootteordes. De gasketels die wel nog in de vorige studie voorkwamen, werden nu weggelaten omdat de Vlaamse overheid voor nieuwbouw aan een uitfasering van installaties op basis van fossiele brandstoffen bezig is.
TLHK ontwierp voor ons een Phyton-model dat heel snel de verschillende varianten van een bepaald gebouw kan doorrekenen om het E-peil te bepalen. Met de geselecteerde gebouwen bepaalden we op die manier 5 jaar na de vorige studie een nieuw kostenoptimaal punt en een nieuw kantelpunt. We konden daarbij makkelijk ook varianten bepalen waarbij we rekening hielden met schommelingen in de energieprijzen en/of de inflatie.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
- Lucht/water warmtepompen zijn kostenoptimaal, ook voor grotere gebouwen.
- De kostenoptimale pakketten scoren gemiddeld 30 procent beter dan de huidige eisen, al verkleint die kloof naarmate de gebouwen groter worden.
- Een PV-installatie is altijd kostenoptimaal, dus ideaal als eerste investering.
- Aan VEKA deden we de aanbeveling om de huidige eisen voor kantoren te behouden, maar voor andere functies eventueel strenger te maken.
BIM-VOORDELEN IN EXPLOITATIEFASE
Op de website van VEKA is ons integrale rapport terug te vinden. De inzichten die we opdeden, overstijgen echter deze opdracht voor de overheid. Ook voor onze eigen klanten kunnen we nu nog sneller en preciezer advies geven over welke maatregelen nuttig en/of kostenoptimaal zijn om te voldoen aan een specifiek E-peil.
Wil je meer weten over deze studie en wat de meerwaarde ervan kan zijn voor jouw project? Neem dan contact op met onze expert Raf De Herdt: raf.deherdt@ingenium.be – 050 40 45 30.